De natuurkundige Jean-Émile Charon (1920-1998) heeft in de jaren ‘60/’70 van de vorige eeuw, de zogenaamde eonentheorie ontwikkeld. Zelf noemde hij zijn theorie ‘de complexe relativiteitstheorie’. Na er drie boeken over gelezen te hebben, belicht ik in deze ‘post’ - in m’n eigen woorden - enkele aspecten ervan. De volgende alinea is misschien wat taai, maar: houd vol, want het is absoluut de moeite waard.
Charon was er van overtuigd dat een ‘theory of everything’ ook een dimensie voor de geest moest bevatten. Naast het door Einstein beschreven vierdimensionale tijd-ruimte continuüm, zocht Charon naar een vijfde dimensie voor de geest. Als theoretisch fysicus opperde hij hiervoor een imaginaire dimensie in een non-lokale ruimte, dat wil zeggen: niet in hetzelfde tijd-ruimte stelsel als waarin wij ons bevinden. Zijn hypothese is dat daar waar die non-lokale ruimte raakt aan ons tijd-ruimte stelsel, er een manifestatie is van een elektron. Maar welke aanname rechtvaardigt het idee van de aanwezigheid van een dergelijke virtuele ruimte, een ruimte die verborgen blijft voor onze zintuiglijke waarneming? Omdat het elektron puntvormig is en een massa heeft, veronderstelde Charon een analogie met zwarte gaten. Een zwart gat is een gebied in het universum waaruit niets, zelfs licht niet, kan ontsnappen, vanwege de extreme vervorming van de tijd-ruimte door de zwaartekracht van een zeer compacte massa. Aldus is zijn hypothese dat er bij elk elektron een mini-zwart-gat aanwezig is, welke hij eon noemt. Dit eon is de drager van wat wij bewustzijn noemen.
In mijn blog ‘Non-dualiteit’ heb ik al verhaald over twee bijzondere ontdekkingen in de kwantumfysica, namelijk de golf-deeltje dualiteit van elektronen bij het dubbelspleet experiment van Thomas Young en de ‘spookachtige’ informatieoverdracht bij verstrengelde deeltjes (bijvoorbeeld fotonen) in de EPR-paradox.
In elk eon bevinden zich ontelbaar veel fotonen die niet kunnen ontsnappen en voor de menselijke zintuigen onwaarneembaar zijn (net zoals bij zwarte gaten in het heelal). Het principe van verstrengelde deeltjes maakt het mogelijk dat deze fotonen informatie uit kunnen wisselen - zowel zendend, als ontvangend - met de tijd-ruimte dimensie waarin wij leven. Het bijzondere van deze non-lokale enclaves (de eonen) is dat de ordening daarbinnen alleen maar kan toenemen, in tegenstelling tot wat wij gewend zijn, namelijk dat alles verloopt in een richting van toenemende wanorde (entropie). In de eonen wordt informatie opgeslagen in de vorm van superposities en spingetallen. Merk op: extra informatie is niet gelijk aan een toename van de energie. Eonen zijn de facto ons geheugen. Zij weten nieuwe verbanden te leggen en kunnen zo tot creatieve oplossingen komen. Eonen hebben tevens daadkracht. Door communicatie kunnen zij bijvoorbeeld een valentie-elektron triggeren, waardoor er een actiepotentiaal ontstaat die ons vervolgens een handeling kan laten uitvoeren.
Ons lichaam bevat ontzettend veel elektronen met de daaraan dus gekoppelde eonen. Verreweg de meeste elektronen in ons universum zijn bijna 14 miljard jaar geleden ontstaan tijdens de zogenaamde ‘Big Bang’. Al vanaf dat moment verzamelen de eonen informatie om hun bewustzijn verder te ontwikkelen. En afhankelijk van waarin deze eonen geparticipeerd hebben (mineralen, planten of organismen), verwerven ze een positie in de hiërarchische piramide van alle eonen die er zijn.
Zo is er in elk mens één eon, het zelf-eon, dat vanaf de conceptie ‘de leiding’ heeft en er voor zorgt dat alle eonen gedurende het in leven zijn van de persoon constructief met elkaar samenwerken. Sommige functionaliteiten (zoals ademhaling) of eenheden in het lichaam (bloedsomloop) kunnen autonoom hun werk doen. Deze worden als het ware geleid door zogenaamde ‘bedrijfsleiders’. Vooral tijdens de waaktoestand van ieder mens is het belangrijk dat de eonen - met allemaal een verschillende geschiedenis - elkaar niet tegenwerken. Ze dienen allemaal de aanwijzingen van het zelf-eon te volgen. Je bent volledig bij bewustzijn. In de slaaptoestand van het individu mag er echter een kakafonie ontstaan waarin alle eonen kunnen aangeven wat op grond van hun afzonderlijke ervaringen (voordat ze van jou deel uit maakten) de beste ontwikkeling zou kunnen zijn. Het onbewuste laat van zich horen. Dit verklaart waarom de beelden tijdens onze dromen vaak heel erg onsamenhangend zijn. Kortom: in waaktoestand verwerven alle eonen dezelfde herinneringen en in slaaptoestand uiten ze allemaal hun verschillende aangeboren herinneringen.
En tja, als een mens komt te overlijden, dan blijven zijn eonen gewoon bestaan om na verloop van tijd weer te participeren in volgend organisme. Zie hier de kringloop van het leven waar de evolutie van het bewustzijn op gebaseerd is. In de periode tussen twee levens in maakt het zelf-eon, het hoogst ontwikkelde eon van de individuele mens, deel uit van een veel grotere matrix, waarin het op zijn beurt een ondergeschikte rol zal vervullen. Veel filosofen hebben dit grotere geheel proberen te duiden en hebben daarbij woorden gebruikt als het Akashaveld, het morfogenetische veld, het universele menselijke bewustzijn of de TE uit de Tao Te Ching. Het zelf-eon staat te allen tijde - ook tijdens het leven van het individu - in verbinding met dit hogere bewustzijnsveld.
Eonen schrijven geschiedenis en maken de evolutie van het bewustzijn mogelijk. Het is een fascinerende theorie die in feite alle materie verandert in psychomaterie. Mocht deze theorie ooit nog eens geverifieerd kunnen worden, dan zal deze op vele terreinen van ons leven een enorme impact hebben.
Comments