Ongemak
- Marc Cornelisse
- 6 apr
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dagen geleden
Net zoals 'de ander', kan ook slapeloosheid – een ervaring die we doorgaans als ongemakkelijk beschouwen – ons confronteren met wat Levinas aanduidt als het ‘anonieme Zijn'. In diezelfde sfeer vallen ook ervaringen als wachten, je buiten je comfortzone begeven, meditatie[1] en eenzaamheid. Niet alleen het etiket ‘ongemak’ past hier, maar evenzeer dat van ‘vervreemding’. Al deze situaties ontnemen ons tijdelijk de illusie van controle: ze halen ons uit het vertrouwde patroon van het actieve leven, waarin we sterk het gevoel hebben dat we zelf onze handelingen bepalen.
Volgens Emmanuel Levinas (1906–1995) verschijnt het ‘anonieme Zijn' in ervaringen waarin de mens niet meer kan ontsnappen aan het loutere bestaan zelf. Slapeloosheid bijvoorbeeld is geen rusteloos denken, maar een confrontatie met het onpersoonlijke er is (il y a), een bestaan zonder richting of betekenis. Ook de ontmoeting met 'de ander' doorbreekt het vertrouwde zelfbesef en plaatst de mens tegenover iets dat hij niet kan beheersen – de radicale andersheid van 'de ander', die zich onttrekt aan elke poging tot objectivering. In beide gevallen wordt het ik niet bevestigd, maar opgeschort. Daarmee bedoelt Levinas dat het subject niet langer het centrum van betekenisgeving is, maar teruggeworpen wordt in een toestand van passieve ontvankelijkheid.
Tegen deze achtergrond stel ik de Geworpene voor als een figuur die het ongemak niet alleen ondergaat, maar herkent als een essentieel kenmerk van zijn bestaan. Hij ervaart in situaties als wachten, eenzaamheid, tijdens het mediteren of het betreden van onbekend terrein buiten de comfortzone een vergelijkbaar ongemak als in slapeloze nachten. In al deze omstandigheden wordt hij geconfronteerd met het verlies aan regie en met de fragiele aard van zijn persoonlijke bewustzijn. Ze halen hem weg uit het ritme van het doelgerichte leven, waarin het zelf zich doorgaans als zinvol beleeft. Deze breuk met het vanzelfsprekende roept vervreemding op, maar niet noodzakelijk zinloosheid. De ideale mens, de Geworpene, herkent het ongemak als een echo van zijn condition humaine, een grondtoon van het bestaan, die hem niet uitschakelt, maar afstemt. In die verstoring blijft een stille mogelijkheid tot betekenis resoneren – niet door beheersing, maar door aanvaarding.
Deze situaties ontnemen ons onze gebruikelijke houvast en confronteren ons met onze machteloosheid. Het persoonlijke bewustzijn ervaart een breuk met het vertrouwde ritme van controle en doelgerichtheid. We worden stilgezet in plaats van voortgestuwd, en dat tart onze gewoonte om te handelen en te sturen. Deze passiviteit voelt onnatuurlijk binnen een cultuur die actie en beheersing waardeert. Ongemak is het signaal van een persoonlijk bewustzijn dat plots niet meer weet hoe te zijn. Deze ervaringen leggen onze kwetsbaarheid bloot, maar bieden tegelijkertijd een mogelijkheid tot afstemming op het grotere geheel. Wanneer we ons niet verzetten tegen het ongemak, maar het accepteren als een gegeven, ontstaat er ruimte om te resoneren met een diepere werkelijkheid – een werkelijkheid waarin verbondenheid, overgave en de illusie van controle doorzien worden. Door de resonantie met de grondtoon van het bestaan gewillig te aanvaarden, zoals bij meditatie expliciet het geval is, kunnen we ons bevrijden van de vervreemding en in harmonie leven met het grotere geheel. Juist in deze verstoring herinnert het bestaan ons eraan dat we nooit los stonden van het geheel, maar er altijd al deel van uitmaakten.
Wat al deze situaties gemeen hebben, is dat ze het persoonlijke bewustzijn in contact brengen met de grondtoon van het universele bewustzijn. Het ongemak komt wellicht voort uit het besef van de vergankelijkheid van het persoonlijke bewustzijn en de onvermijdelijkheid van het grotere geheel. De Geworpene leeft vanuit het diepe weten dat hij geworpen is in deze wereld, zonder controle of keuze, maar met een volledig bewustzijn van zijn verbondenheid met alles wat is. Hij leeft niet vanuit een verlangen om te veranderen of te verbeteren, maar vanuit de acceptatie van wat zich aandient, zonder oordeel.
De mens kan zich slechts afstemmen op het 'anonieme Zijn' door zijn verzet los te laten. Niet door te begrijpen of te beheersen, maar door stil te worden. Door het ongemak niet te willen oplossen, maar het te verdragen – niet als passieve berusting, maar als actieve overgave aan wat zich aandient. Dit vraagt om een houding van innerlijke afstemming: een gewillige ontvankelijkheid voor de grondtoon die altijd al aanwezig is, maar doorgaans overstemd wordt door de rumoer van controle, oordeel en wil. Meditatie kan hierin een concrete oefening zijn, een vorm van aanwezig zijn zonder bedoeling, waarin het persoonlijke bewustzijn zich opent voor de onpersoonlijke stroom van het bestaan. In die verstilling ontstaat resonantie – niet als ervaring, maar als toestand van ‘Zijn’ waarin het onderscheid tussen ik en wereld vervaagt, en overgave mogelijk wordt. Zo blijkt het ongemak niet slechts een storende onderbreking, maar een mogelijkheid tot een dieper verstaan van ons mens-zijn binnen het grotere geheel – een manier waarop we ons kunnen verhouden tot wat ons overstijgt.
Afsluitende gedachte
Verveling, vaak gezien als een ongemakkelijke onderbreking van het dagelijkse leven, is in wezen een andere vorm van ongemak die ons uit onze vertrouwde patronen haalt. Het is een toestand waarin we eveneens het 'anonieme Zijn' ervaren, omdat we geconfronteerd worden met de afwezigheid van controle. In die stilte, waar niets moet en alles stil lijkt te staan, wordt de ego-intentionaliteit minder sterk ervaren door een afgenomen manifestatie van het persoonlijke bewustzijn. Het is de kunst om dit ongemak niet te bestrijden, maar het te accepteren en het voorbij te laten gaan als een tijdelijk moment van verstilling. Een moment waarop we ons af kunnen stemmen op de grondtoon van het bestaan.
[1] Met dit verschil dat men tijdens meditatie het ongemak bewust opzoekt en zich ertoe probeert te verhouden.
Comments