Go with the flow, wil eigenlijk zeggen dat je als mens helemaal opgaat in je levensactiviteiten. Gewoon doen wat je als mens behoort te doen, zonder jezelf buitenspel te zetten. De ander, maar vooral jezelf, niet objectiveren, dat is de kunst. Maar ja, hoe vaak lukt dat? En als je al in zo’n toestand terecht komt, dan is dat meestal bij toeval. Het bijzondere van in een ‘flow’ zijn, is dat tijdsduur plots op een volstrekt andere wijze tot je bewustzijn doordringt. De chronologische tijd is voor iedereen hetzelfde, maar onze innerlijke tijdsbeleving kan daar sterk van afwijken. Het onderscheid wordt vaak aangeduid met de verwijzing naar Chronos en Kairos, twee figuren uit de Griekse mythologie, waarbij Chronos voor de kloktijd staat en Kairos voor onze persoonlijke tijdservaring.
Naast het volledig opgaan in je bezigheid, zijn er nog twee noodzakelijke voorwaarden om je menszijn ten volle tot haar recht te laten komen, namelijk de omgang met anderen en één of meerdere liefdesrelaties. In eerdere blogs heb ik mijn visie op de samenhang van alles met alles verwoord. Helaas domineert in onze samenleving het gevoel van afgescheidenheid, welke bovendien nog eens wordt aangewakkerd door een sterke geldingsdrang van onze individuele identiteit. Onder het mom van het streven naar een inclusieve samenleving, neigt het spectrum van de regenboog toch weer over te gaan in een hokjesgeest twee-punt-nul. Niet in de laatste plaats gevoed door polariserend overheidsbeleid en het ressentiment van de ontstane woke-cultuur. En dat terwijl ons aller leven is gestart vanuit een innige verbondenheid - een symbiose - met onze moeder. Ons ego-gevoel behoort volgens mij dan ook niet tot onze natuurlijke staat van zijn. Het is een ‘state of mind’ die in ons soort samenlevingen gecultiveerd is. Vanaf het moment dat we als baby ons eigen spiegelbeeld herkenden, zijn we dat ego-gevoel gaan koesteren. En tijdens onze groei naar volwassenheid zijn we gemoduleerd door onze ouders en de maatschappij waarin we leven. Zo konden we vanuit onze specifieke genenpoel ons eigen beeld van de wereld ontwerpen.
Bij deze modulatie van ons ego, spelen ervaringen uiteraard een cruciale rol. Van ervaringen na ons derde levensjaar hebben we in meer of mindere mate op latere leeftijd nog steeds actieve herinneringen. In gedachte kunnen we ons gebeurtenissen van vroeger weer voor de geest halen. De Engelsen verwoorden dit heel mooi, als ‘a trip down memory lane’. Ook kunnen we ons inbeelden hoe een bepaalde geplande activiteit in de toekomst ongeveer zal verlopen. We zijn dus blijkbaar in staat om in gedachten zowel tijd- als ruimtereizen te maken. Wat nu als bepaalde ervaringen jouw wereldbeeld dusdanig hebben beïnvloed, dat je aansluiting in de samenleving problematisch is geworden? Het gaat dan bijna altijd om traumatische ervaringen. Vul zelf maar in. Mensen die zoiets is overkomen, voelen zich meestal gemankeerd.
Wat is het antwoord van de filosoof Martin Heidegger (1889-1976) op deze zijnsvraag, het in-de-wereld-Zijn? Volgens hem ontdekken we pas dat en wat we zijn, als we onszelf op een transcendente manier in de wereld werpen. In die toestand ‘zijn’ we buiten onszelf gaan staan. We overstijgen onszelf. De scheiding tussen onszelf als subject en de wereld als object wordt opgeheven. Pas dan zijn we volgens hem volwaardig mens. Een beetje vergelijkbaar met ‘go with the flow’. Dus net zoals een piloot slechts piloot is, als hij een vliegtuig bestuurt, zo is een mens slechts mens, als hij in-de-wereld-is (aldus Heidegger). Hij heeft het woord ‘mens’ in zijn hoofdwerk ‘Sein und Zeit’ bewust vermeden en het systematisch vervangen door het woord ‘Dasein’, dus ‘in-de-wereld-Zijn’. ‘Dasein’ is volgens hem een intentioneel dynamisch proces, terwijl het begrip ‘mens’ - zijns inziens - is verworden tot de aanduiding van een object. Hij noemde dit ‘Seinsvergessenheit’ en dat is waar velen van ons mee worstelen.
Psychische problemen doen zich voor als we niet langer een samenhangend geheel van onze identiteit of van onze relatie met de wereld kunnen construeren. We zijn niet langer in staat om tijd- en ruimtereizen te maken. Ons leven lijkt tot stilstand te zijn gekomen, waardoor we ons opgesloten voelen in het heden. We ontberen de zijnsvoorwaarden om ons in het leven te kunnen werpen, omdat het ontwerp van ons wereldbeeld getroebleerd is en daardoor geen aansluiting meer kan vinden in de wereld. We kunnen niet langer ‘in-de-wereld-Zijn’. Dit leidt niet zelden tot vervreemding en een gevoel van eenzaamheid.
Maar gelukkig zijn er tegenwoordig allerlei vormen van therapie en is er een breed scala aan antidepressiva, die ons kunnen helpen om ons leven weer op de rit te krijgen. Ten aanzien van therapie is het echter ook vandaag de dag nog de vraag of deze regressief - à la Freud - of progressief van aard moet zijn, gericht op het weer ‘in-de-wereld-Zijn’. Terwijl ik dit schrijf, denk ik eigenlijk dat het en-en zou moeten zijn.
Waarom ontspoort een toenemend aantal mensen in onze samenleving? Wat gaat er mis? Als we onszelf niet langer in de wereld kunnen werpen, kan dat - zoals ik hierboven beschreven heb - gelegen liggen aan een mankerend construct van ons eigen wereldbeeld. Bij sommigen zal dat erfelijk bepaald zijn, maar bij de meesten zal er een traumatische ervaring aan ten grondslag liggen. Steeds vaker echter is het de veranderde samenleving waarin we geen aansluiting meer vinden. De vele crises zijn symptomen van een zieke samenleving. Tegen wil en dank worden steeds meer mensen buitenspel gezet, hetzij door bewust politiekbeleid, hetzij door het hoge tempo dat in onze samenleving van hen geëist wordt (denk aan het toenemend aantal burn-outs). De menselijke maat is inmiddels ver te zoeken. Hoe gaan we het tij keren? To be, or not to be, that is the question?
Comments