Hoe kun je het beste verhullen dat je ergens goed in bent? Door net te doen alsof je een nono bent, een sufferd? Zou men daar intrappen? Of door net te doen alsof je een beginneling bent? Komt dat geloofwaardiger over? De vraag rijst echter waarom je jouw kennis en kunde eigenlijk zou willen verbergen. Ah, je bent bang dat als je laat merken dat je ergens goed in bent, het uiteindelijk slechts een gemiddelde kwaliteit (of minder) blijkt te zijn. Je bent dus bang om door de mand te vallen. Maar ja, wat nou als men op basis van je functie een bepaalde kwaliteit van je verwacht? Dan ga je je afvragen of je wel aan die verwachting kunt voldoen. Je voelt jezelf blijkbaar niet de expert die ze in jou zien en je bent bang dat je op enig moment als charlatan onthuld kunt worden. Zelf heb je het idee dat je de boel aan het bedriegen bent en zie daar het impostersyndroom (= bedriegerssyndroom) heeft zich genesteld. Je doet jezelf kleiner voor dan je bent en je bagatelliseert het niveau van je opleiding. Je bent volgens jou ondanks je twijfel in deze functie gerold. Maar keer het is om. Dankzij je bescheidenheid en je twijfel heb je deze functie gekregen. Onterecht wordt het overigens een syndroom genoemd, omdat dit woord refereert aan een ziektebeeld, wat het niet is. Bescheidenheid en twijfel zijn juist kernkwaliteiten, die als valkuil ‘onzichtbaarheid’ hebben. Doordat je soms last hebt van wat heet ‘het impostersyndroom’, zul je een ander niet gauw onderschatten, kijk je niet op anderen neer en ga je perfectionistisch te werk. Grote kans dat je met deze eigenschappen een verbindende persoonlijkheid kunt zijn. Bovendien motiveert het je om slimmer te werken en schroom je niet om bij anderen advies in te winnen. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat vrouwen hier gevoeliger voor zijn dan mannen.
De tegenhanger van het impostersyndroom is het Dunning-Krugereffect. Dit verschijnsel komt overigens veel vaker voor dan het impostersyndroom. Het is een fenomeen waarbij men niet gehinderd wordt door enige kennis (of competentie), het is de arrogantie van onwetendheid (of van de onkunde). Voor deze mensen is er zelfs een spreekwoord, namelijk: “De beste stuurlui staan aan wal”, waarbij de wal de barrière van onbenul kan worden genoemd (zie stippellijn).
Bij het Dunning-Kruger-effect wordt iemand met minimale kennis al gauw super irritant (sorry, ik bedoel arrogant), terwijl iemand met het impostersyndroom zich realiseert dat hoe meer zij weet, hoe minder stellig haar uitspraken kunnen zijn. Het vervelende is dat zij de overtuiging heeft dat ze niet zo intelligent is, immers ‘wat zij doet, kan een ander ook’. Maar feitelijk wordt ze zich - door haar toenemende kennis en kunde - steeds bewuster van de complexiteit van haar vakgebied. En dat is goed, want twijfel is een prima basishouding voor een deskundige benadering van het werk.
Het leerproces aan de rechterzijde van de ‘barrière van onbenul’, voltrekt zich volgens de vier leerstadia van Maslow. Allereerst is er de fase waarin je je nog niet bewust bent van wat je niet weet of kunt. Deze fase wordt gevolgd door een bewustwordingsproces. Je wordt je bewust van je onbekwaamheid. Dan volgt er een leerproces. Je verdiept je in de nieuwe kennis en kunde, waardoor je de staat van ‘bewust bekwaam’ bereikt. Na verloop van tijd is alles je zo eigen geworden, dat je je niet eens meer bewust bent van je nieuwe bekaamheden. Omdat de opgedane kennis en kunde nu zo vanzelfsprekend voor je is, heb je het idee dat deze niet onderscheidend is.
Volgens jou zou namelijk iedereen hierover kunnen beschikken. Maar vergeet niet wat jou hierbij uniek maakt: niet iedereen, maar jij hebt dit leerproces doorlopen. Bovendien zou het de leercultuur binnen een organisatie sterk bevorderen, indien meer mensen zich veilig genoeg zouden voelen om regelmatig vraagtekens te plaatsen bij zowel bestaande als nieuwe processen. Uit onderzoek is gebleken dat leidinggevenden zelfs meer overtuigingskracht hebben, als ze ook hun twijfel durven te uiten. Beschouw het impostersyndroom niet langer als een hinderlijk patroon, maar als jouw kernkwaliteit. Geef je twijfels ruimbaan, laat zien wie je bent.
Terzijde ter zake. Er bestaat ook zoiets als het ‘false-consensus effect’: een denkfout waarbij iemand zijn eigen kennis en kunde onderschat (net zoals bij het impostersyndroom), maar bovenal die van anderen overschat. Hierdoor kunnen er verkeerde beslissingen worden genomen, doordat men te veel vertrouwt op de expertise van de ander. Durven twijfelen is een eigenschap die hoort bij kritische denkers, omdat hierdoor mogelijke blinde vlekken kunnen worden blootgelegd.
Comments