I am Somebody! I am Somebody! I may be poor, but I am Somebody. I may be young, but I am Somebody. I may be small, but I am Somebody.
I may have made mistakes, but I am Somebody. My clothes are different,
My face is different,
My hair is different, but I am Somebody. I am black, brown, or white. I speak a different language but I must be respected, protected, never rejected. I am Somebody!
Gedicht van William Holmes Borders (geschreven in de jaren ‘50 van de 20e eeuw)
Wij leven nu, maar om het nu te begrijpen, moeten we onze geschiedenis kennen. Kierkegaard formuleerde dit als volgt: 'Het leven wordt voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen.'. Helaas is er veel gebeurd waarvoor het blanke ras zich moet schamen. Het kolonialisme, de slavernij, de Jodenvervolging en het apartheidsregime zijn voortgekomen uit een vermeende superioriteit van het blanke ras. Dat was fundamenteel fout, maar vooral fout omdat deze fenomenen tot het toenmalige systeem behoorden. Ondanks het feit dat momenteel de grote meerderheid van de mensheid deze systemen abject vindt, rijst toch de vraag waarom we nog steeds met racisme en discriminatie te maken hebben. In de biologie wordt niet meer gesproken over verschillende rassen. Biologisch gezien, is er slechts één ras en dat is de homo sapiens.
Persoonlijk denk ik dat ieder mens als het ware een soort radio is, die het universele bewustzijn kan transformeren op basis van zijn persoonlijke configuratie. Vanuit die optiek is het dus een illusie te veronderstellen dat we allemaal afzonderlijke individuen zijn. Vanuit die illusie zijn we als individu voortdurend bezig met het objectiveren van de ander. En objecten bejegenen we in de regel gewetenlozer dan mensen waarmee we ons ten diepste verbonden weten.
Ieder mens ervaart in meer of mindere mate de drang om ergens bij te willen horen, om deel uit te willen maken van een groter geheel. Misschien komt deze behoefte wel voort uit onze vergeten universele verbondenheid. Men is zelfs bereidt om omwille van ‘het erbij willen horen’ concessies te doen ten aanzien van zijn persoonlijk morele kompas. Groepsdruk speelt hierbij een essentiële rol.
Een andere menselijke eigenschap is om zichzelf op enig terrein beter te voelen dan de ander. Ook dit komt voort uit de illusie van afgescheidenheid, een toestand van de mens op aarde waarbij zijn geest (ofwel zijn besef deel uit te maken van het universele bewustzijn) tijdelijk ‘opgezadeld zit’ met een lichaam. Vanuit dit individuele superioriteitsgevoel, gecombineerd met de drang om ergens bij te willen horen en de vergeten gemeenschappelijke oorsprong, kan er een meedogenloos groepssuperioriteitsgevoel ontstaan: de banaliteit van het kwaad.
Daarbij komt nog eens dat ondanks onze rationaliteit, ons handelen toch voornamelijk gebaseerd is op aangeleerde gewoonten. In de regel zijn we hier ook tamelijk rigide in: zo doen we dat hier nu eenmaal. Dat maakt dat we de gewoonten van anderen al snel bekritiseren en belachelijk vinden, immers: wij voelen ons superieur aan de anderen. Door te sterk te leunen op gewoonten, reduceren we bovendien ons vermogen tot zelfreflectie ofwel ons rationele vermogen om onze eigen afwegingen te blijven maken.
De enige manier om racisme en discriminatie uit te bannen, is ons te realiseren dat onze levensadem voortkomt uit dezelfde bron, namelijk het universele bewustzijn. Daardoor respecteren we de ander zoals hij is, hebben we respect voor elkaars gewoonten, voelen we ons niet beter dan anderen en kunnen we ook in een groep kritisch blijven ten aanzien van de vigerende mores.
Nu het er naar uitziet dat het schudden van handen tot het verleden gaat behoren, ben ik een groot voorstander om ook in de westerse wereld de boeddhistische groet te introduceren: de handen plat tegen elkaar met de vingertoppen ter hoogte van de neus, gevolgd door een lichte buiging naar degene die je begroet of waar je afscheid van neemt. Dit gebaar toont namelijk respect voor de ander, voor zijn boeddha natuur, voor het universele bewustzijn dat hij transformeert.
Samengevat
Racisme is een van de vele vormen waarin discriminatie tot uiting komt. Maar in alle gevallen van discriminatie spelen mijns inziens dezelfde mechanismen een rol, namelijk: men wil ergens bij horen, men hecht aan gewoonten (waardoor de rede minder vaak aangesproken hoeft te worden), men heeft de neiging om zich al snel superieur te voelen t.o.v. de ander (dat werkt door in de groep waarbij men aansluiting heeft gevonden) en men heeft een gering vermogen tot zelfreflectie wanneer de mores van de groep de overhand krijgt (wijkt men immers af van die mores, dan gaat dat ten koste van 'het erbij horen'). De enige manier om dit alles te doorbreken, is - mijns inziens - een hogere bewustzijnstoestand: het besef dat we ten diepste verbonden zijn in de bron van onze levensadem, namelijk het overkoepelende universele bewustzijn. Vanuit dat besef, kun je alleen maar respect tonen voor elk ander levend wezen.
Comentarios