Het is inmiddels traditie geworden om in de herfstvakantie met mijn dochters, schoonzoons en kleinkinderen op pad te gaan. Ieder jaar zie ik uit naar die ene week waarin we allemaal samen kunnen zijn. Voor de meesten van ons is het een aangename onderbreking van de hectiek van het dagelijks leven. Voor mijzelf is het echter de meest actieve week van het jaar. Deze keer waren we met z’n twaalven in een grote bungalow op een vakantiepark, omringd door verkleurende bomen en af en toe wat regen, die de herfstgeur nog intenser maakte. En zoals ieder jaar was ik me ook dit jaar weer bewust van de kracht van familie, de unieke band tussen drie generaties.
Hoewel mijn drie dochters hun eigen levens hebben, vormen we in zo’n week toch weer even een eenheid. We zijn een kleine gemeenschap, gevormd door onze gedeelde ervaringen. En iedere herfstvakantie komen we bij elkaar, om uiting te geven aan wat we voor elkaar betekenen en om nieuwe ervaringen op te doen. Filosofisch gezien, doet het me denken aan Aristoteles (384-322 v.Chr.). Volgens hem fungeert familie als een essentiële bouwsteen voor de maatschappij en speelt het een belangrijke rol in de opvoeding en in het vormen van het morele karakter van individuen.
De filosoof Clive Staples Lewis (1898-1963) benadrukt in The Four Loves dat agapè het soort liefde is die God voor de mensheid heeft en die wij, in navolging daarvan, aan anderen moeten tonen. Dat klinkt misschien hoogdravend, maar hij ziet het als een liefde die niet op eigenbelang gericht is en die zelfs kan bestaan zonder wederkerigheid of beloning. Het zou de meest pure vorm van liefde zijn, waarin iemand zichzelf geheel wegcijfert voor het welzijn van anderen. Deze vorm van liefde komt aardig overeen met wat ik ervaren heb in de herfstvakantie.
Onze week was gevuld met simpele activiteiten, die ons toch weer dichter bij elkaar brachten. Tafeltennissen, alsof er een wereldtitel op het spel stond, een boswandeling die we allemaal erg lang vonden, bootje varen, schaken, discussiëren, spelletjes doen, bowlen en niet te vergeten de deelname aan een hilarische bingo-avond. Zoals Hannah Arendt (1906-1975) al schreef: door samen iets te doen, creëert de mens een gedeelde betekenis en bouwt hij aan herinneringen. Volgens haar openbaart het echte leven zich niet in grote gebaren, maar juist in de kleine gezamenlijke momenten. Daar ben ik het helemaal mee eens.
In deze week viel ook mijn 65ste verjaardag. Buiten alle verwachtingen hadden ze voor die dag van alles georganiseerd. Met elkaar lazen ze een waslijst voor met ‘things we love about you’ en hadden ze een fotoboek samengesteld van heel veel dierbare momenten. De dag werd uiteindelijk gevuld met een soort zeskamp: wetenschappelijke experimentjes, afgewisseld met stoelendans, een aardappelrace, zaklopen, spijkerpoepen, koekhappen en ballonnentrap. We sloten de dag af met gourmetten. Het was fantastisch. De dag was gevuld met liefde en blijdschap, een onbetaalbare ervaring. Hierdoor besef ik dat ik nooit alleen ben in deze wereld.
En tja, onvermijdelijk kwam ook het moment dat iedereen weer naar huis ging. Eenmaal thuis aangekomen, overviel me een enorme weemoed. De stilte, de leegte, het was oorverdovend en ruimtevullend. Ik moest vechten tegen de tranen, omdat ik besefte dat dit aards geluk ooit zal eindigen. Martin Heidegger (1889-1976) zou zeggen dat ik op dat moment werd geconfronteerd met mijn eigen Sein-zum-Tode ofwel ‘zijn-tot-de-dood’. Het besef van eindigheid en verlies bracht me in aanraking met een diepere waarheid van het bestaan: dat het juist de vergankelijkheid is die ons leven betekenisvol maakt, en dat ware vreugde niet zonder diepte van weemoed kan bestaan. Het idee dat ik deze momenten ooit zal moeten missen, raakt me diep.
Familie is een anker in mijn leven, een baken van liefde en steun door alles heen. Deze week met mijn dochters, schoonzoons en kleinkinderen maakte me bewust van het feit dat ik iets waardevols heb opgebouwd, iets wat blijft, zelfs als ik er fysiek niet meer zal zijn. Het zijn de herinneringen die we samen maken en de verbondenheid die ik hoop door te geven aan mijn kinderen en kleinkinderen. Zolang ik kan, blijf ik deze traditie voortzetten. Onze herfstvakantie is niet zomaar een vakantie: het is een jaarlijks ritueel dat ons allemaal helpt herinneren wie we zijn en wat echt belangrijk is. En als ik het later niet meer kan, dan hoop ik dat deze traditie doorgaat, als een blijvende band, die ons altijd zal verbinden.
Familie duurt een mensenleven lang.
Gerrit Achterberg (1905-1962)
Comments