top of page
Foto van schrijverMarc Cornelisse

Eeuwige wederkeer

Bijgewerkt op: 22 jul.

We zijn ons meestal bewust van dingen die we doen en als we dat niet zijn, dan zijn we in ieder geval in staat om er bij tijd en wijle eens over na te denken. Elke dag, elke week, elke maand en elk jaar hebben we te dealen met repeterende taken, bezigheden waar we nou niet echt blij van worden of die we zelfs ronduit vervelend vinden. Voor mij zijn dat bijvoorbeeld het legen van de vaatwasser, het doen van boodschappen, het bed verschonen, m’n kamer afstoffen, een bezoek brengen aan de tandarts, m’n auto naar de garage brengen en ga zo maar door. Allemaal dingen die ‘moeten’ gebeuren omwille van de continuïteit van ons bestaan. Volgens mij hebben dieren hier helemaal geen last van, die doen maar wat en staan nergens bij stil, althans zo lijkt het. Waarom lukt ons dat niet? Komt dat doordat we aan zelfreflectie kunnen doen? Komt dat door ons (zelf)bewustzijn? Enigszins beschroomd moet ik concluderen dat dat waarschijnlijk wel het geval moet zijn.

 

Over de cyclische aard van onze dagelijkse beslommeringen is volgens mij al veel geschreven. En uit de enorme belangstelling voor mindfulness en zenboeddhisme, valt af te leiden dat velen worstelen met de zingevingsvraag des levens. Omdat de zin van ons bestaan zich waarschijnlijk nooit zal openbaren, zoeken we maar naar een verzoening met de absurditeit van de zich immer repeterende activiteiten in ons bestaan. Op zich misschien wel de beste uitweg, uit deze existentiële crisis van de mens. Nou zal niet iedereen met de zingevingsvraag worstelen. Er zijn ook mensen die genoeg hebben aan een adagium als ‘Het leven is een feestje, maar je moet zelf de slingers ophangen.’. Zij zijn in staat om volgens een dergelijk principe hun leven een acceptabele invulling te geven en een redelijk zorgeloos leven te leiden. Voor mij, en voor velen met mij, is dat echter niet toereikend.

 

Om tot een acceptatie te komen, of zelfs een waardering te ontwikkelen, voor de eenvoud en regelmaat van het dagelijkse leven, bedacht Friedrich Nietzsche (1844-1900) het gedachte-experiment van de ‘eeuwige wederkeer’. Hij beschreef dit in zijn werk ‘Also sprach Zarathustra’. Als iemand zijn leven en alles daarin, zo waardeert en liefheeft, zou hij dan zelfs de eeuwige herhaling ervan als iets goddelijks en wenselijks beschouwen, of zou hij het als een vloek ervaren? Voor Nietzsche was dit een appèl op de mens om hem uit te dagen zijn leven zodanig te leven, alsof elke gebeurtenis of handeling eindeloos herhaald zou worden. Het zou de mens dwingen om na te denken over zijn keuzes en te streven naar een leven zonder spijt, trouw aan zijn eigen waarden en overtuigingen. Dit zou de mens aansporen om elk moment intens te beleven.

 

De Griekse mythe over Sisyphus werd door Albert Camus (1913-1960) gebruikt als een metafoor om te verwijzen naar de dagelijkse routines en de ogenschijnlijke zinloosheid van het menselijke bestaan (zie ook mijn blog over Sisyphus). Sisyphus werd vanwege zijn wandaden door Zeus veroordeeld om voor eeuwig een zwaar rotsblok een heuvel op te duwen, want telkens als hij bijna de top bereikte, rolde de steen weer naar beneden. Hij was zodoende gedoemd om dit te blijven herhalen. Camus moedigde de mens aan om een houding van een dergelijk ‘absurd heldendom’ aan te nemen en de banaliteiten des levens gewoon te omarmen. Alleen vanuit dat perspectief zouden we namelijk in staat zijn om betekenis en vreugde te ontlenen aan de absurditeit van ons bestaan.

 

Martin Heidegger (1889-1976) beschreef ook hoe de confrontatie met de zinloosheid van repeterende taken, ons kan verwarren. Als we ons daar te sterk bewust van worden, kan dat volgens hem leiden tot een existentiële ontwrichting. Het haalt ons uit onze comfortzone en confronteert ons met de vraag ‘Waar zijn we nu eigenlijk allemaal mee bezig?’. Maar volgens Heidegger onthult dit gevoel van ledigheid ons tegelijkertijd ook een dieper besef van de grondslag van het bestaan. Hij noemt dat het ‘Zijn’. Volgens mij enigszins vergelijkbaar met wat de taoïsten bedoelen met TAO. Het ‘Zijn’ is dus niet zichtbaar of tastbaar, maar is het fundament van alles wat is. Alles wat is wordt geschraagd door het ‘Zijn’ en komt daar ook uit voort. Het ‘Zijn’ is datgene wat de mogelijkheid van alle zijnden (van al wat is) ondersteunt en fundeert. En juist dat, zijn we volgens Heidegger vergeten. Hij spreekt dan ook over ‘zijnsvergetelheid’. En het is deze ‘zijnsvergetelheid’ waardoor de mens in de problemen komt. Het leidt volgens hem tot: een verlies aan authenticiteit, vervreemding en tot een diepe existentiële onrust. Een en ander wordt versterkt doordat we in een technologisch gedreven samenleving leven, waarin alles (inclusief de ander) wordt gereduceerd tot een middel of een doel. Dit wordt door velen gezien als louter een hulpmiddel voor hun eigen bestaan.

 

De remedie hiertegen is volgens Heidegger ‘gelatenheid’, een houding van openheid en ontvankelijkheid voor het ‘Zijn’. In plaats van de zijnden te reduceren tot objecten die we kunnen beheersen, vraagt ‘gelatenheid’ ons om de dingen te laten zijn zoals ze zijn en ons opnieuw te verbinden met de fundamentele realiteit van het ‘Zijn’. Hierdoor zouden we een authentieker en betekenisvoller bestaan kunnen leiden. Mijn jongere broer bracht dit tot uiting met het - absoluut niet onverschillig bedoelde - adagium ‘Het is wat het is.’.

 

Het ‘Zijn’ van Heidegger of de ‘TAO’ van de taoïsten, ben ik zelf het ‘goddelijke bewustzijn’ gaan noemen. In mijn beschouwing ga ik er vanuit dat ons individuele bewustzijn een transformatie is van het goddelijke bewustzijn. Louter bij de mens is dit goddelijke bewustzijn in staat om zichzelf waar te nemen. De overige creaties binnen het veld zijn daar niet complex genoeg voor.

 

Het goddelijk bewustzijn is mijns inziens dus synoniem aan het heelal en de rimpelingen daarin zijn de manifestaties (de zijnden of de tienduizend dingen) van alles wat we in het universum aantreffen. Alhoewel ons lichaam zelf een creatie is van dat goddelijke bewustzijn, is het evolutionair gezien zeer bijzonder, omdat het brein - onderdeel van ons lichaam - in staat is om zijn eigen creator (of zijn eigen grondslag) - het goddelijk bewustzijn - gewaar te worden. Het goddelijke bewustzijn heeft dus als het ware een manier gevonden om een terugkoppeling naar zichzelf te bewerkstelligen. Ieders individuele bewustzijn is echter slechts een afspiegeling van dat goddelijke bewustzijn, omdat het door ons brein gemoduleerd wordt tot een persoonlijk bewustzijn. De transformatie die het goddelijke bewustzijn in ieder van ons ondergaat, bewerkstelligt onze individualiteit en maakt van het gemoduleerde goddelijke bewustzijn, een zelfbewustzijn. Hierdoor zijn we als het ware ziende blind geworden, omdat deze transformatie er toe heeft geleid dat we ons bewustzijn louter als eigenschap van ons ego zijn gaan beschouwen. We zijn ‘the bigger picture’ uit het oog verloren, niet in de laatste plaats door de invloed van het Christendom en de Verlichting. Deze stromingen hebben ons vervreemd van enige sensitiviteit voor mystieke ervaringen.

 

Ooit zei een collega tegen me dat hij ieder mens als een unieke melodie opvatte. In het perspectief van mijn theorie over ‘vibes’, zou je dat als volgt kunnen voorstellen. Het goddelijke bewustzijn beroert onze unieke constellatie, waardoor er vervolgens een zeer persoonlijke vibratie (een melodie) wordt uitgezonden. Die melodie zijn we als ons wezenskenmerk gaan beschouwen, terwijl het in feite een modulatie van het goddelijke bewustzijn is.

 

Het goddelijke bewustzijn dat door ons stroomt, wekt dus de illusie dat het bewustzijn uit onszelf voortkomt. Het veroorzaakt een zelfbewustzijn met een ik-gevoel. Deze zelfverwijzing maakt van het bewustzijn een moeilijk te doorgronden fenomeen. Het vergt ontegenzeggelijk een Copernicaanse wending, om de oorsprong van ons illusoire zelfbewustzijn in te zien. Toch brengt mij dit tot twee baanbrekende inzichten (ook te lezen in mijn boek Zoektocht naar het bewustzijn). Het eerste is dat van het holografische principe, het inzicht dat elk deel, in casu elk mens, de informatie van het geheel in zich draagt. En het tweede is het principe van de eenheidservaring, het besef dat door dit goddelijke bewustzijn alles met alles verbonden is. Misschien helpen al deze inzichten ons een beetje om de banaliteiten des levens in een draaglijker perspectief te plaatsen.


Schilderij bij dit blog: Lemniscaat van het leven, door Clarinda van Lunteren - Lunterart, 2018

110 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Blijf op de hoogte! Ontvang telkens het nieuwste blog direct in je mailbox.

Bedankt voor het abonneren!

bottom of page