Voorzichtig worden in het publieke debat de eerste geluiden geuit over middel en doel, over economie versus gezondheid. Het adagium ‘het doel heiligt de middelen’ wordt meestal abject bevonden, maar als de gezondheid van mensen in het geding is, lijkt dit toch ineens het criterium voor ons handelen te worden. Heel voorzichtig stellen sommigen nu in het openbaar de vraag ‘is het middel niet erger dan de kwaal?’. Moet je een economie nagenoeg stilleggen om in dit geval het coronavirus te bestrijden? Volgens de vigerende publieke opinie is het stellen van de vraag op zich, al inhumaan: een morbide gedachte, kenmerkend voor anti empathische mensen, met name omdat er ook doden te betreuren zijn.
Even ter herinnering. De belangrijkste reden voor de huidige intelligente lockdown is het verlagen van het reproductiegetal om te voorkomen dat de zorg overbelast raakt, waardoor niet alle besmette mensen met benauwdheidsklachten meer op de IC geholpen zouden kunnen worden. Bovendien blijft door alle maatregelen het sterftecijfer relatief laag.
Laat ik vooropstellen dat het beschreven dilemma niet met plussen en minnen te beslechten is. Maar tussen de uiterste standpunten bevindt zich een grijs gebied. En dat gebied kunnen we betreden door onszelf de vraag te stellen: wat is de plaats van de mens in dit onmetelijke heelal? De Chinees Dai Jin (1388-1462) toont zijn antwoord op deze vraag in het hiernaast afgebeelde schilderij: nietig.
Je zou kunnen zeggen dat het belang van de systemen waarin de mens slechts een radartje is, groter is dan individuele belangen. Mensen komen en gaan, maar de samenleving blijft altijd bestaan. Honderd jaar geleden was er nog niemand van de huidige menselijke populatie in leven (met een enkele uitzondering daargelaten). En toch ervaren we een continuïteit van onze samenleving. Een samenleving die is opgebouwd uit verschillende domeinen: het privé, het private, het publieke en het politieke domein. Ten faveure van het privé domein, wordt er met de zogenaamde intelligente lockdown heel veel schade toegebracht aan het private en publieke domein. Veel bedrijven zien hun handel gereduceerd worden of zelfs tot nul worden teruggebracht. Sommige bedrijven overleven het niet en er komen sowieso honderdduizenden werklozen bij. De horeca, de cultuursector en de sportwereld verdwijnen in een diep dal. Het is maar de vraag wie er aan het eind van de crisis weer uit kan klimmen. Wat eens zo schitterde, verwordt tot een dystopie. Wat is wijsheid?
Ook komen de eerste gesprekken op gang over mogelijke scenario’s om na de crisis het maatschappelijk leven weer te ontsluiten (na de lockdown). Vast onderdeel daarbij is het schaderapport en het herstel van de economie. En uiteraard wordt er gesproken over effecten die noodgedwongen zijn opgetreden, maar die we toch graag willen behouden. Zaken waarvan we eerst slechts konden dromen, zijn nu ineens mogelijk gebleken. We kunnen nu eenmaal niet na afloop van de crisis ineens weer over gaan tot de orde van de dag. We moeten ons bezinnen op de mogelijkheden van thuiswerken, de permanente inzet van afstandsonderwijs, een eventueel basisinkomen, vormen van sociale hygiëne, een globale aanpak van een pandemie en ga zo maar door. We likken onze wonden en verbeteren onze samenleving.
Comentários