Op de dag dat je ter wereld komt En je kijkt in het licht van de zon Is er meer te zien, dan ooit iemand kon zien Meer te doen dan je ooit raden kon Het lijkt je haast teveel misschien En je voelt je vooral veel te klein Maar de zon die ons voedt met haar stralende gloed Stuurt al dat leeft op een reis zonder eind ‘t Is de kringloop die ons Allen voortbeweegt In ons kort bestaan Zijn wij op zoek Totdat wij onze plicht Hebben kunnen vinden In de kringloop van het leven op aard
Misschien herken je bovenstaande tekst. Het is de vertaling van ‘Circle of Life’ uit de bekende Disney film ‘The Lion King’. Het nummer is geschreven door Elton John en beschrijft heel mooi de cirkel van eeuwige wederkeer en ‘onze’ betekenis daarin. Maar hoe kunnen we deze ‘circle of life’ herkennen in ons bestaan?
Een bekend Nederlands spreekwoord is: Iets dat krom is recht proberen te praten. Je probeert dan met veel woorden iets dat fout is, goed te laten lijken. Zo is een hele bekende drogreden, de cirkelredenering, waarbij als juist wordt aangenomen, hetgeen wat in feite nog bewezen moet worden. Voorbeeld: Het is zo, omdat het nou eenmaal zo is. Op welke manier kunnen een cirkel en een rechte (lijn) aan elkaar gerelateerd zijn? Laten we beginnen met de grot van Plato. In die grot zit een aantal mensen zodanig vastgeketend, dat ze alleen de achterwand van de grot kunnen zien. Achter hen bevindt zich een vuur en tussen dat vuur en de rug van de geketenden worden voorwerpen gehouden die een schaduw op de achterwand werpen. Voor de geketenden is die schaduw de enige realiteit, want zij hebben totaal geen notie van de echte voorwerpen en het aanwezige vuur. De schaduwwereld is hun werkelijkheid. Daarin zien ze ook een bolletje heen en weer bewegen, maar in werkelijkheid is dat een bolletje op een horizontaal opgestelde draaischijf. Et voilà: de cirkelbeweging is gekoppeld aan die van een rechte lijn. Iets dat ronddraait in een platvlak wordt, geprojecteerd op een scherm, een heen-en-weer-gaande beweging langs een rechte lijn.
Als die heen-en-weer-gaande beweging langs een rechte lijn op een bewegend scherm vallen, dan ontstaat er een uitgerekt patroon van die beweging: een sinusoïde, de weergave van een trilling in de tijd, een trilling met een bepaalde frequentie (een x aantal trillingen per seconde). Elke trilling is dus ten diepste verbonden met een cirkelbeweging. Alleen is die koppeling waarschijnlijk niet voor iedereen makkelijk te maken.
Als je op grond van een grote schaduw denkt dat je met een reus te maken hebt, kijk dan eerst naar de stand van de zon. Het zou wel eens de schaduw van een dwerg kunnen zijn. In welke mate zijn wij nog steeds geketenden in de grot van Plato?
Wij hebben de neiging om alle causale verschijnselen op te vatten als lineaire gebeurtenissen, maar niet zelden is er sprake van een causale lus. Bij een causale lus wisselen oorzaak en gevolg in een voortdurend proces elkaar af. Laat ik een voorbeeld geven. De betrokkenheid van deelnemers in een vergadering verhoogt het rendement ervan, maar het rendement van een vergadering heeft ook weer invloed op de betrokkenheid van de deelnemers. Er is sprake van een terugkoppelingsmechanisme, een eigenschap van elk zelfregulerend proces. Kenmerkend van dit soort processen is dat deze fluctueren rondom een evenwichtswaarde. Neem als voorbeeld de thermostaat van je centrale verwarming. Als de vraagtemperatuur 20 graden Celsius is en het is op dat moment nog maar 17 graden, dan gaat de kachel branden totdat de 20 graden is bereikt. Omdat de radiatoren niet meteen afkoelen, zal de temperatuur doorstijgen tot bijvoorbeeld 22 graden. Als de temperatuur weer langzaam zakt en de kachel weer aanslaat bij (laten we zeggen) 19,9 graden, dan zijn de radiatoren niet onmiddellijk heet. Daardoor zakt de temperatuur nog iets verder, bijvoorbeeld tot 18 graden. Deze schommeling blijft zich herhalen. Moraal van het verhaal (tot nu toe) is dat veel gebeurtenissen die rechtlijnig lijken, ten diepste cyclisch van aard zijn.
Op dit punt in het verhaal wil ik graag een Griekse filosoof - uit tijden van weleer - aanhalen, namelijk Heraclitus (576 - 480 v Chr). Aan hem wordt de bekende uitspraak ‘panta rhei’ toegeschreven, dat zoiets betekent als ‘alles stroomt, alles is in beweging’. Een mens is niet, maar wordt. Minder bekend is echter zijn leer van de ‘Eenheid der Tegendelen’, die veel lijkt op de Chinese yin-yang-filosofie, maar die onafhankelijk daarvan ontstaan is. In cyclische processen die nooit stoppen (panta rhei), wisselen tegengestelden elkaar af. Tezamen vormen deze tegengestelden echter een onlosmakelijke eeuwige eenheid. Denk bijvoorbeeld aan de opeenvolging van seizoenen. Tegendelen kunnen niet afzonderlijk bestaan en gaan altijd in elkaar over (zoals dag & nacht). Heraclitus gebruikt als voorbeeld ook de cirkel, in die zin dat een cirkel geen begin of einde heeft. Vanuit het oude Egypte is in zijn tijd ook het beeld van een slang die zijn eigen staart opeet over komen waaien. Deze slang werd door de Grieken Ouroboros genoemd en symboliseert de eeuwigheid en oneindigheid alsook de cirkel van eeuwige wederkeer.
Na onze geboorte weten we één ding zeker, we zullen uiteindelijk allemaal weer een keer dood gaan. In onze cultuur vatten de meeste mensen dit op als een lineair onomkeerbaar proces. Maar wat nou als ons aardse bestaan ook onderdeel uitmaakt van een cyclisch proces? Wat nou als er aan onze dood inherent ook weer een geboorte gekoppeld is? Waarom zou bij ons mensen deze cyclische benadering niet opgaan? Waarom zou de mens een uitzondering zijn? De zomer van 2020 is niet gelijk aan de zomer van 2021, maar het is wel weer een zomer. Als ook de mens een plek heeft in deze cirkel van eeuwige wederkeer, dan is er aan ieder mens ook een frequentie (een x aantal levens per millennium) gekoppeld.
Een herhaling van een mensenleven lijkt daarbij overigens niet voor de hand te liggen, immers: als je doet wat je deed, krijg je wat je deed. Dat pleit eerder voor een spiraal dan voor een cirkel, maar dat terzijde.
Zoals je misschien weet is een muzieknoot ook een trilling. Elke toon kenmerkt zich door een specifieke frequentie waarop de trilling plaatsvindt. Op twee manieren kun je het leven van een individu vergelijken met een bepaalde muzieknoot. Neem de noot ‘e’ op de D-snaar van een gitaar (164,8 Hz - de noot op de onderste lijn van de notenbalk), deze komt voor in zowel het C-akkoord, als in het Am-akkoord (en trouwens in nog vele andere akkoorden). Ieder mens (noot) kan in samenwerking met anderen (noten) verschillende harmonieën realiseren.
Als losse noten opéénvolgend gespeeld worden, ontstaat er een melodie. De melodie is een emergente eigenschap die ontstaat door de sequentie van de specifieke noten. Het leven van een individu (een specifieke noot) wordt vooraf gegaan door zijn grootouders en ouders en wordt gevolgd door zijn kinderen en kleinkinderen. Deze keten van mensen vormt samen de melodie waar het individu deel van uitmaakt.
Ik moet over dit alles nog eens goed nadenken. Ook al is het slechts een metafoor, blijkbaar speelt de mens al eeuwenlang met deze gedachten.
Comments